Een week. Zeven korte, haalbare stappen. We bouwen een minimaal systeem dat blijft werken: 50/30/20 vertaald naar jouw realiteit, heldere categorieën en automatische overschrijvingen. Compact, zonder spreadsheet-marathon.
Schrijf alle inkomsten op (netto loon, bijverdienste, kinderbijslag). Tel je vaste kosten op (huur/hypotheek, energie, telecom, vervoer, verzekeringen).
Gebruik 50/30/20 als startkader, geen dogma. 50% noodzakelijke uitgaven, 30% variabel/leefgeld, 20% sparen/aflossen. Pas de percentages aan op woonlast en gezinssituatie.
Elke euro nieuwe inkomensstijging = 50% sparen, 40% praktische upgrades, 10% plezier. Zo wordt vooruitgang automatisch.
Maak 6–9 categorieën die je begrijpt in 1 seconde: Boodschappen, Vervoer, Wonen, Energie, Zorg, Plezier, Onvoorzien, Sparen/Doelen. Minder categorieën = meer volhouden.
Stel twee vaste overschrijvingen in: Buffer (nood + comfort) en Doelen (vakantie, vervanging toestellen). De datum? 1–2 dagen na loon.
Begin met 1 maand vaste kosten, groei naar 3–6 maanden.
Kleine maandbedragen winnen door consistentie, niet door heroïek.
Zet leefgeld op een aparte zichtrekening/kaart. Voeg twee frictieregels toe: 24u-regel voor impulsaankopen en mandje-regel (wacht tot 5 items voor online).
Kijk naar 3 cijfers: weektotaal boodschappen, weektotaal vervoer, spaarsom. Eén kleine actie kiezen (bv. voorraadlijst maken, fiets i.p.v. bus).
Pas na buffer + ritme. Lees 3 kosten op een fonds/ETF: TER, spread, taksen. Als je begint: klein maandbedrag, breed gespreid, vol te houden. Geen FOMO.
Vuistregel: als je het in 2 zinnen niet kunt uitleggen, is het (nog) niet voor je.
Een werkend basissysteem, twee automatische regels, weekbudgetten en een korte review-routine. Klaar om op te schalen met een persoonlijk leerpad.
